We wisten niet welke bus we moesten nemen.
Achter de wolken schijnt de zon.
Het schijnt dat we een mol in ons midden hebben.
ik studeer
te geraken
Ik studeer elke dag Spaans.
Aan de rand van het ravijn bloeien de mooiste bloemen.
Denk je misschien, dat zij plezier heeft om te zwemmen en het water boven haar hoofd uit te laten spatten?
En nu haasten zich al de kleine eendjes, wat zij konden, en zij kwamen uit de eieren te voorschijn en keken naar alle kanten onder de groene bladeren; en de moeder liet ze kijken, zoveel als zij maar wilden; want groen is goed voor de ogen.