Travel Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the world	de wereld
	all over the world	over de hele wereld
	“Do you think that this is the whole world?” the mother said.	“Denk je, dat dit de hele wereld is?” zei de moeder.
	the highway	de snelweg
	the bicycle	de fiets
	around the world	rond de wereld
	Whose bike is this?	Van wie is deze fiets?
	I think this is my bicycle.	Ik denk dat dit mijn fiets is.
	the number one in the world	de nummer één van de wereld
	the number two in the world	de nummer twee van de wereld
	the hotel	het hotel
	I hope the hotel is better now	ik hoop dat het hotel nu beter is
	I can recommend a good hotel.	Ik kan een goed hotel aanbevelen.
	the journey	de reis
	train journey	treinreis
	getaway car	vluchtauto
	the station	het station
	bus station	busstation
	bird flight	vogelvlucht
	flight behaviour	vluchtgedrag