Understand spoken Dutch

"to make" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
to make (long form)

te maken

to make a mistake

een fout maken

to make mistakes

fouten maken

I wish you could make it into something else

ik zou wel willen, dat je dat eens wat anders kon maken

to make an appointment

een afspraak maken

I would like an apointment.

Ik wil graag een afspraak maken.

Tom asked me to take a picture of him.

Tom vroeg me een foto van hem te maken.

You don’t have to worry about a thing like that.

Je hoeft je niet over zoiets zorgen te maken.

He didn’t seem to be worried about this.

Hij lijkt zich hier geen zorgen over te maken.

You can make your fortune there, no matter how ugly you may be.

Je kunt je fortuin daar wel maken, hoe lelijk je ook wezen mocht.

Can you arch your back, or purr, or throw out sparks?

Kun je een hoge rug zetten en spinnen en maken, dat er vonken uit je lijf komen?

That wasn’t a hard call to make.

Dat was geen moeilijke beslissing om te maken.

It is sad that in the Netherlands, a country known as tolerant, parents cannot make this choice.

Het is verdrietig dat in Nederland, een land dat bekend staat als tolerant, ouders deze keuze niet kunnen maken.

to joke

grappen maken

to create websites

websites maken

to take a walk

een wandeling maken

They can’t build dikes.

Ze kunnen geen dijken maken.

Viruses can make you sick.

Virussen kunnen je ziek maken.

to make recommendations

maken van aanbevelingen

Creation is making something new as the created result.

Schepping is het maken van iets nieuws als het geschapen resultaat.