"there" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	We must tell everybody what happened.	We moeten iedereen vertellen wat er is gebeurd.
	An owl is on the roof.	Er is een uil op het dak.
	There is a vacancy.	Er is een vacature.
	Was anyone hurt?	Was er iemand gewond?
	There are two cats in the house.	Er zijn twee katten in huis.
	falling leaves	bladerval
	Is there warm water?	Is er warm water?
	Is there a TV in the room?	Is er een TV in de kamer?
	Who benefits from it?	Wie heeft er baat bij?
	There’s a hole in the bucket.	Er zit een gat in de emmer.
	There is always something happening here.	Er is altijd iets gaande hier.
	I’ve got to report it.	Ik moet er een melding van maken.
	There are too many cars in the big cities.	Er zijn te veel wagens in de grote steden.
	Nobody can foresee what’ll happen.	Niemand kan voorzien wat er gaat gebeuren.
	Are there any tourists here this evening, by any chance?	Zijn er hier vanavond toevallig toeristen?
	Once upon a time there was a prince who wanted to marry a princess; but it had to be a real princess.	Er was eens een prins, die met een prinses wilde trouwen; maar het moest een echte prinses zijn.
	There’s a car approaching.	Er nadert een auto.
	We were aware of what was going on.	We wisten wat er gaande was.
	There is a sharp bend in the road.	Er zit een scherpe bocht in de weg.
	There can be confusion.	Er kan verwarring optreden.