Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
"the same" Practice Lesson
"the same" Practice Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Learn
Recording
English
Dutch
Status
the same time
hetzelfde moment
Tom and Mary live in the same building.
Tom en Mary wonen in hetzelfde gebouw.
It turned its head to put it under his wings; but at the same moment there was a terribly big dog close to the duckling.
Het draaide zijn kop om, om hem onder de vleugels te steken; maar op hetzelfde ogenblik stond er een vreselijk grote hond dicht bij het eendje.
Every time he comes here, he orders the same dish.
Telkens als hij hier komt, bestelt hij hetzelfde gerecht.
When a 16-year-old does the same thing, that is deviant behaviour and can be responded to.
Waneer een 16-jarige hetzelfde zou doen, is dat afwijkend gedrag en kan er wel op gereageerd worden.