"the" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the primary school	de basisschool
	When do the shops open?	Wanneer gaan de winkels open?
	Who’s the president of this country?	Wie is de president van dit land?
	I found one of my shoes under my bed, but I can’t find the other one.	Ik heb één van mijn schoenen onder mijn bed gevonden, maar de andere kan ik niet vinden.
	the citizen	de burger
	Does the colour really matter?	Maakt de kleur echt wat uit?
	the situation	de situatie
	the new rules	de nieuwe regels
	the thick black smoke	de dikke zwarte rook
	the pupils	de leerlingen
	the joy	de blijdschap
	the conditions	de voorwaarden
	The police are looking for the robber.	De politie is op zoek naar de dief.
	Tom doesn’t live around here.	Tom woont hier niet in de buurt.
	the execution of the sentence	de strafuitvoering
	Mary is one of the prettiest women in Boston.	Maria is een van de mooiste vrouwen in Boston.
	the office allowance	de kantoorvergoeding
	Yesterday was the first time I’ve ever seen Tom drunk.	Ik heb Tom gisteren voor de eerste keer dronken gezien.
	if only it could get the permit to lie in the reeds	als het maar de vergunning kon krijgen, om in het riet te liggen
	the access	de toegang