"the" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the prime minister	de eerste minister
	the restaurants	de restaurants
	the beneficiary	de begunstigde
	the branches (parts of a business)	de vestigingen
	the farms	de boerderijen
	the shipping	de scheepvaart
	the presentation	de presentatie
	the library	de bibliotheek
	the victory	de overwinning
	The war ended.	De oorlog eindigde.
	the guidelines	de richtlijnen
	the toothpaste	de tandpasta
	the toll	de tolheffing
	The duck looked at it.	De eend bekeek het eens.
	The mass is over.	De mis is afgelopen.
	the weather gods	de weergoden
	the hidden plans	de verborgen plannen
	the North Pole	de Noordpool
	The innkeeper is friendly.	De waard is vriendelijk.
	the conviction	de veroordeling