"the" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the truth	de waarheid
	The drawer won't open.	De la gaat niet open.
	the fire and the smoke	het vuur en de rook
	the warm stove	de warme kachel
	Do you like the city?	Bevalt de stad u?
	The woman walks away.	De vrouw loopt weg.
	Labour Day	Dag van de Arbeid
	the goldfish	de goudvis
	the picture on the wall	het beeld op de muur
	the thick black smoke	de dikke zwarte rook
	the assignments	de opdrachten
	the battle	de veldslag
	the decision	de beslissing
	He enters the classroom.	Hij komt de klas binnen.
	the young man	de jongeman
	the setback	de tegenslag
	the measure	de maatregel
	the building industry	de bouwsector
	the airport	de luchthaven
	I couldn't get the safe open.	Ik kreeg de kluis niet open.