Prepositions Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Sheep graze on the heath.	Schapen grazen op de heide.
	an increase in tinnitus	een toename van oorsuizen
	saved for later	opgeslagen voor later
	the driver of the tram	de bestuurder van de tram
	The door to the hall stood wide open.	De deur naar de hal stond wijd open.
	Yanni lied about his age.	Yanni loog over zijn leeftijd.
	compliance with the plan	de naleving van de planning
	Fill the water trough with fresh water.	Vul de watertrog met vers water.
	the north of Ukraine	het noorden van Oekraïne
	The car stopped right in front of them.	De auto stopte vlak voor hen.
	Stand back, please.	Achteruit, alsjeblieft.
	a cart that rattles on the cobblestones	een kar die ratelt op de keien
	I was as cool as a cucumber.	Ik was zo kalm als een komkommer.
	the highlight of the year	het hoogtepunt van het jaar
	I’ve got a frog in my throat.	Ik heb een kikker in mijn keel.
	to clarify (long form)	te verduidelijken
	made public	aan de grote klok gehangen
	to be in good health	in goede gezondheid zijn
	Stanford University	universiteit van Stanford
	The bellows are made of leather.	De blaasbalg is gemaakt van leer.