Prepositions Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	He is responsible for it.	Hij is daarvoor verantwoordelijk.
	The responsibility is mine.	Ik ben daarvoor verantwoordelijk.
	On Monday my class starts at 8:00 am.	Op maandag begint mijn les om 8:00 uur.
	This rule does not apply.	Deze regel is niet van toepassing.
	I bet he’s bragging right now	ik wed dat hij op dit moment zit op te scheppen
	Where did you go on your last holiday?	Waar ben je laatst op vakantie geweest?
	They threw bread and barley into the water.	Ze gooiden brood en gerst in het water.
	My oldest daughter’s name is Mary.	De naam van mijn oudste dochter is Mary.
	He went there in person.	Hij ging er persoonlijk naar toe.
	Without his glasses, he is as blind as a bat.	Zonder zijn bril is hij zo blind als een mol.
	Use the bellows for the fire.	Gebruik de blaasbalg voor het vuur.
	about twenty minutes to complete	ongeveer twintig minuten in beslag
	His misconduct led to his dismissal.	Zijn wangedrag leidde tot zijn ontslag.
	We concede your right to this property.	We erkennen je recht op dit eigendom.
	I don’t want to be forced to turn on my webcam.	Ik wil niet gedwongen worden om mijn webcam aan te zetten.
	Germany is in the middle of Europe.	Duitsland ligt in het midden van Europa.
	How many meals a day do you eat?	Hoeveel maaltijden per dag eet jij?
	Unfortunately the word of the day has melted.	Helaas is het woord van de dag gesmolten.
	We need to rent a room for our party.	We moeten een ruimte voor ons feest huren.
	Normally I would agree with you.	Normaal zou ik het eens zijn met jullie.