Prepositions Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	He tripped over a stone.	Hij is over een steen gestruikeld.
	Take me to the church, please.	Breng me naar de kerk, alstublieft.
	I can’t sleep with all this noise.	Ik kan niet slapen met dit rumoer.
	with a whole lot of glass, so you can see	met flink veel glas, dan kun je zien
	The utility room is next to the kitchen.	De bijkeuken is naast de keuken.
	Tom was jumping up and down with excitement.	Tom sprong op en neer van opwinding.
	Leave her alone and stop complaining.	Laat haar met rust en stop met vitten.
	The bus stops close to the library.	De bus stopt dicht bij de bibliotheek.
	a long coat with pinstripe	een lange mantel met krijtstreep
	Ask anybody.	Vraag maar aan wie dan ook.
	She acted in the play.	Ze speelde in het toneelstuk.
	To sing with stringed instruments.	Te zingen bij snarenspel.
	He has no respect for authority.	Hij heeft geen respect voor gezag.
	deep infection of the respiratory system	diepe infectie aan de luchtwegen
	Because of the fall, he broke a bone in his leg.	Door de val brak hij een bot in zijn been.
	The lawyer’s argument was strong.	Het betoog van de advocaat was sterk.
	She became a victim of blackmail.	Ze werd slachtoffer van chantage.
	Tom abuses his authority.	Tom maakt misbruik van zijn gezag.
	I am very disappointed in you.	Ik ben erg teleurgesteld in u.
	I lived in Boston three years ago.	Ik woonde drie jaar geleden in Boston.