Ik ben een kok.
de fuiven
de tetten
de laster
te blazen
de pieren
de wonden
maar het eendje dacht, dat zij hem kwaad wilden doen en vloog in zijn angst juist in het melkvat, zodat de melk overal in de kamer rondspatte
de hotels
de kamers
de lakens
de ponden
de bubbel
de snacks
de lening
gaan skiën
bezemkast
te voeden
de afweer
pretpakket