Understand spoken Dutch

Phrases Dutch lesson

Recording English Dutch Status
I’m not as old as you, of course. Uiteraard ben ik niet zo oud als jij.
We have a great opportunity. We hebben een mooie gelegenheid.
I felt safe when he was with me. Ik voelde me veilig wanneer hij bij me was.
We can see many stars tonight. We kunnen veel sterren zien deze nacht.
Everyone wants to pay as little as possible. Iedereen wil zo weinig mogelijk betalen.
What did you do this morning? Wat heb je vanochtend gedaan?
the United States de Verenigde Staten
in the United States in de Verenigde Staten
I’ll make use of this opportunity. Ik zal van deze gelegenheid gebruikmaken.
What did Tom do while he was in Australia? Wat heeft Tom gedaan terwijl hij in Australië was?
Her grandmother had never before been so beautiful, so big. Haar grootmoeder was vroeger nooit zo mooi, zo groot geweest.
The operation of the restaurant is a family business. De uitbating van het restaurant is een familiezaak.
I have never been to the United States. Ik ben nooit in de Verenigde Staten geweest.
The next morning it took a long time before they were finally on the way. De volgende ochtend duurde het lang voor ze eindelijk op pad waren.
I was a kid and didn’t know any better than that it would never pass ik was een kind en wist niet beter dan dat ’t nooit voorbij zou gaan
Tom has to buy new shoes, because his old ones are already worn out. Tom moet nieuwe schoenen kopen, want zijn oude zijn al versleten.
the drawer de la
a drawer een la
the back de rug
the sentence de zin