Zij drinkt koffie.
Zij eisten een vergoeding.
Zij gebruikten vroeger een kerfstok om de voorraad bij te houden.
Zij ging op een trede van het bordes op de binnenplaats zitten.
Zij haalde er een uit!
zij had immers geen enkel doosje lucifers verkocht en bracht geen cent mee
Zij had prachtige foto’s getrokken van de dieren in de dierentuin.
zij hebben
Zij hebben een schildpad.
Zij heeft een deugdelijke reden om afwezig te zijn.
Zij heeft kort haar.
Zij houdt van dieren.
zij is
Zij is gewend laat op te blijven.
Zij is het aanspreekpunt voor technische problemen.
zij is van Spaanse afkomst, daarom is zij zo dik
Zij keek hem doordringend aan.
zij kiezen twee ploegen
Zij klapten met hun vleugels en zwommen fier in het water.
zij kon in de kamer zien