Tom opende de la en keek erin.
de schoensmeer
De kapstok staat in de gang.
een kroeg, een juffrouw op de fiets
het geritsel van bladeren
het vee, de boerderijen
het aardbeienijs
De toespraak van De Wever
de politieagent
de versleten batterijen
Ze is bezig in de bijkeuken.
de kringwinkels
Hij heeft de familie onteerd.
de laatste lettergreep
Sla het op op de externe harde schijf.
Herhaal de vraag alstublieft.
Het leven is interessant.
het zonnestelsel
de lucifersdoosjes
We hebben het vaak over het weer.