de scheepvaart
Ik vond de test lastig.
de presentatie
Ik scheer de schapen.
De kraam op de markt is druk.
De oorlog eindigde.
de richtlijnen
de tandpasta
de tolheffing
het openbaar vervoer
het strenge toezicht
De mis is afgelopen.
het afgelopen jaar
de weergoden
de Noordpool
de veroordeling
de nederzetting
de vaardigheden
de concurrentie
Het besluit staat vast.