Particles Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the aeroplane	het vliegtuig
	the association	de vereniging
	the teacher	de leerkracht
	the right access	de juiste toegang
	the effort	de inspanning
	the slippers	de pantoffels
	I never wash the windows.	Ik was de ramen nooit.
	the performance	de prestaties
	the retaliation	de vergelding
	the management	het management
	the hospital	het ziekenhuis
	the painting	het schilderij
	the bus stop	de bushalte
	the instrument	het instrument
	The bucket was full of water.	De emmer was vol water.
	the waiting room	de wachtzaal
	the Flemish government	de Vlaamse overheid
	the bicycle basket	de fietsmand
	I am shearing the sheep.	Ik scheer de schapen.
	I work at the consulate.	Ik werk op het consulaat.