Particles Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	on the basis of	a.d.h.v.
	What’s up?	Wat is er aan de hand?
	My mum came back from the shop.	Mijn moeder kwam terug van de winkel.
	the chicken	de kip
	the night	de nacht
	the police	de politie
	I don’t like that shop.	Ik vind de winkel niet leuk.
	the table	de tafel
	in town	in de stad
	the bread	het brood
	the coffee	de koffie
	The question is whether he can do it or not.	De vraag is of hij het kan doen of niet.
	the milk	de melk
	the city	de stad
	the holiday	de vakantie
	the highway	de snelweg
	the food	het eten
	the light	het licht
	the family	de familie
	The water’s cold.	Het water is koud.