Hij roerde de thee goed.
de bewuste faculteit
Ze gaf een been aan de hond.
Ik zie stoom uit de ketel.
de oude bejaarde man
de verkrachting
de brandweerman
de woordenschat
de voetgangster
Een oplegger is een aanhangwagen, die geen eigen vooras heeft en waarvan dus een belangrijk deel van het gewicht op het trekkend voertuig (de trekker) rust.
de omschakeling
de schemerige gang
de verkiezingen
de overstroming
de middenvelder
Opgepast voor de hond!
Één enkel lucifertje zou haar wel goed doen, als zij er maar één uit een doosje durfde nemen, dit tegen den muur afstrijken en zich de vingers daaraan warmen.
want haar oude grootmoeder, de enige die haar ooit had liefgehad, maar die nu dood was, had haar verteld, dat er, als er een ster naar beneden valt, een ziel tot God opstijgt.
Yanni knielde op de mat.
de verworven kennis