"our (long form)" Practice Dutch lesson

Learn

Recording	English	Dutch	Status
	our (inflected form)	onze
	Your team is better than ours.	Jouw team is beter dan het onze.
	Do you need our help?	Heb je onze hulp nodig?
	We want better education for our children.	We willen beter onderwijs voor onze kinderen.
	We need to sell our farm.	We moeten onze boerderij verkopen.
	Tom is the only one in our group who knows how to start a fire without matches.	Tom is de enige in onze groep die weet hoe hij vuur moet maken zonder lucifers.
	A stray cat came into our garden.	Een zwerfkat kwam naar onze tuin.
	Our employees are friendly.	Onze medewerkers zijn vriendelijk.
	Our sister will be with us soon.	Straks is onze zus bij ons.
	the presence of victims in our environment	de aanwezigheid van slachtoffers in onze omgeving
	our task	onze taak
	Our bones are white.	Onze botten zijn wit.
	in close consultation with our customer	in nauw overleg met onze klant
	“You are terribly ugly!” the wild ducks said; “But we don’t care as long you don’t marry someone within our family!”	“Je bent verschrikkelijk lelijk!” zeiden de wilde eenden; “maar dat kan ons niet schelen, als je maar niet met iemand van onze familie trouwt!”
	our job is not easy	Onze opdracht is niet eenvoudig
	Our congregation gathers every Sunday.	Onze gemeente komt elke zondag samen.
	Just ask our mistress yourself, the old woman.	Vraag het zelf maar aan onze meesteres, de oude vrouw
	The earth can satisfy our needs but not our greed.	De aarde kan voorzien in onze behoeften, maar niet in onze hebzucht.
	She’s our neighbor.	Ze is onze buur.
	He’s our neighbor.	Hij is onze buur.