of
Waar of niet waar?
Ik weet niet of Tom vlees eet of niet.
Bij mij thuis of bij jou?
Ik weet niet of ze mij leuk vindt of niet.
Lijn twaalf of lijn vijf?
Wie is kleiner, Tom of Mary?
Doe je best maar om eieren te leggen of te spinnen of vonken uit je lijf te laten komen.
of hij er van houdt, in het water te zwemmen of onder te duiken
Is het glas halfvol of halfleeg?
Het arme eendje wist niet, hoe het zich zou wenden of keren
Ben jij een optimist of een pessimist?
Leg eieren of spin, en maak je anders uit de voeten!
Was het boek dat je gisteren las in Frans of Engels?
Hoe weet je welke kwast of penseel je moet gebruiken?
Deze man leeft gewoon als een dokter, niet als een held of een martelaar.
Hebt u onlangs hartkloppingen gehad of voelde het alsof uw hart tekeer ging?
Een kledinghanger is een stuk hout, metaal of kunststof, in de vorm van de menselijke schouders en heeft een haak aan de bovenzijde.
Het aantal abonnementen voor mobiel bankieren, via smartphone of tablet, verdrievoudigde bijna tot 1,039 miljoen.
geen handdruk of omhelzing