Numbers 11-20 1 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	two hundred and eighteen (218)	tweehonderdachttien
	eight hundred and thirteen (813)	achthonderddertien
	nineteen hundred (1900)	negentienhonderd
	I’m eighteen.	Ik ben achttien jaar.
	nine hundred and fifteen (915)	negenhonderdvijftien
	one hundred and sixteen (116)	honderdzestien
	one hundred and eighteen (118)	honderdachttien
	one hundred and thirteen (113)	honderddertien
	one hundred and fourteen (114)	honderdveertien
	one hundred and fifteen (115)	honderdvijftien
	one hundred and nineteen (119)	honderdnegentien
	twenty-one (21)	eenentwintig
	twenty-eight (28)	achtentwintig
	twenty-two (22)	tweeëntwintig
	twenty-four (24)	vierentwintig
	twenty-five (25)	vijfentwintig
	three hundred and twenty (320)	driehonderdtwintig
	twenty-six (26)	zesentwintig
	twenty-three (23)	drieëntwintig
	twenty-nine (29)	negenentwintig