Numbers 0-10 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	twenty to nine	tien over half negen
	twenty five past six	vijf voor half zeven
	eighty-one (81)	eenentachtig
	eighty-six (86)	zesentachtig
	eighty-eight (88)	achtentachtig
	eighty-two (82)	tweeëntachtig
	eighty-three (83)	drieëntachtig
	eighty-four (84)	vierentachtig
	eighty-five (85)	vijfentachtig
	eighty-seven (87)	zevenentachtig
	eighty-nine (89)	negenentachtig
	It’s nearly half past two.	Het is bijna half drie.
	Four kids are enough.	Vier kinderen is genoeg.
	She’s eight years old.	Ze is acht jaar oud.
	fifty-one (51)	eenenvijftig
	fifty-six (56)	zesenvijftig
	fifty-two (52)	tweeënvijftig
	fifty-three (53)	drieënvijftig
	fifty-four (54)	vierenvijftig
	fifty-five (55)	vijfenvijftig