Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the food	het voedsel
	Do as Tom says.	Doe wat Tom zegt.
	language use	taalgebruik
	my daughter	mijn dochter
	Where’s her hat?	Waar is haar hoed?
	the wings	de vleugels
	the matches	de lucifers
	That’s an order.	Dat is een bevel.
	Is that an order?	Is dat een bevel?
	to use	gebruikmaken
	main course	hoofdgerecht
	in function of	i.f.v.
	the new order	het nieuwe bevel
	half an hour later	een half uur later
	next week	volgende week
	No, only cold water.	Nee, alleen koud water.
	the whole system	het hele systeem
	the next day	de volgende dag
	a seating area	een zithoek
	policy plan	beleidsplan