Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	The first round is on the house.	Het eerste rondje is van het huis.
	She became a nurse.	Ze werd verpleegster.
	Tuna can swim very fast.	Tonijn kan heel snel zwemmen.
	Yanni was like a magnet.	Yanni was zoals een magneet.
	Order a drink for me.	Bestel een drankje voor mij.
	He had nightmares.	Hij had nachtmerries.
	power cut	stroomonderbreking
	a beautiful, yellow-brown bird	een fraaie, geelbruine vogel
	Let’s skip class.	Laten we de les overslaan.
	The carpenter uses a clamp.	De timmerman gebruikt een klem.
	the negotiation	de onderhandeling
	the proposed	het vooropgestelde
	property tax	onroerende voorheffing
	a pro-active approach	een pro-actieve aanpak
	apartment building	appartementsgebouw
	the lecture hall	de collegezaal
	Every cloud has a silver lining.	Achter de wolken schijnt de zon.
	political science	politieke wetenschappen
	the crumpled book	het verfomfaaide boek
	They heard the lock open.	Ze hoorden het slot opengaan.