Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
Recording	Englisha worn-out marriage	Dutcheen versleten huwelijk	Status
Recording	Englishnational defense	Dutchlandsverdediging	Status
Recording	Englishthe importance of technology	Dutchhet belang van technologie	Status
Recording	EnglishShe really likes cats a lot.	DutchZe houdt heel erg van katten.	Status
Recording	EnglishThe police are looking for the robber.	DutchDe politie is op zoek naar de dief.	Status
Recording	EnglishHe gave me an example.	DutchHij gaf me een voorbeeld.	Status
Recording	EnglishDid you guys order pizza?	DutchHebben jullie pizza besteld?	Status
Recording	EnglishI used to drink beer.	DutchIk was gewend om bier te drinken.	Status
Recording	EnglishTom doesn’t live around here.	DutchTom woont hier niet in de buurt.	Status
Recording	Englishwent to the bedroom	Dutchging naar de slaapkamer	Status
Recording	EnglishIs that what happened with Tom?	DutchIs dat wat er met Tom is gebeurd?	Status
Recording	EnglishI ordered new furniture.	DutchIk bestelde nieuwe meubels.	Status
Recording	EnglishShe lit another match.	DutchZij stak nog een lucifertje aan.	Status
Recording	EnglishTom came home very drunk.	DutchTom kwam heel dronken thuis.	Status
Recording	EnglishTom says Mary is drunk.	DutchTom zegt dat Mary dronken is.	Status
Recording	Englishthe head injury	Dutchhet hoofdletsel	Status
Recording	Englisha head injury	Dutcheen hoofdletsel	Status
Recording	Englishthe pork	Dutchhet varkensvlees	Status
Recording	EnglishTom drinks a lot of beer, and so does Mary.	DutchTom drinkt veel bier, net als Mary.	Status
Recording	EnglishA large glass of beer please.	DutchEen groot glas bier alstublieft.	Status