Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the sound	het geluid
	morning person	ochtendmens
	the secret	het geheim
	construction project	bouwproject
	a sick child	een ziek kind
	to ruin	om zeep helpen
	to kill (informal)	om zeep helpen
	the clothing	de kleding
	the flowers	de bloemen
	the rights	de rechten
	I’m a human.	Ik ben een mens.
	a large stomach	een grote maag
	blue eyes	blauwe ogen
	the horses	de paarden
	I put it in the drawer.	Ik doe het in de la.
	I need ice.	Ik heb ijs nodig.
	the chain	de ketting
	the types	de soorten
	This sentence is good.	Deze zin is goed.
	the climate	het klimaat