Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	job interview	sollicitatiegesprek
	See, that is true history!	Zie, dat is een ware geschiedenis!
	farewell letters	afscheidsbrieven
	Yanni built a house.	Yanni heeft een huis gebouwd.
	I appreciate your problem.	Ik ben me bewust van je probleem.
	an important link	een belangrijke schakel
	the bomb shelter	de schuilkelder
	the shelter	de schuilplaats
	We live near a river.	We wonen dichtbij een rivier.
	I leave the matter to your judgement.	Ik laat de zaak aan uw oordeel over.
	The owl is a bird of prey.	De uil is een roofvogel.
	Cows provide us with milk.	Koeien voorzien ons van melk.
	Can I just pay a fine now?	Kan ik gewoon nu een boete betalen?
	Tom is the son of a priest.	Tom is de zoon van een priester.
	application procedure	sollicitatieprocedure
	tourist traffic	vreemdelingenverkeer
	the bright red drink	de helderrode drank
	Tom is going to lose his house.	Tom gaat zijn huis verliezen.
	a prison sentence	een gevangenisstraf
	I want to marry a virgin.	Ik wil graag met een maagd trouwen.