Nouns 8 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	good night	goedenacht
	Do you like to eat chicken?	Eet je graag kip?
	night shop	nachtwinkel
	the police	de politie
	He is French now.	Hij is nu Frans.
	I don’t like that shop.	Ik vind de winkel niet leuk.
	the table	de tafel
	on the table	op tafel
	a table	een tafel
	at the table	aan tafel
	the bread	het brood
	some bread	wat brood
	a loaf of bread	een brood
	small table	kleine tafel
	an old table	een oude tafel
	Is there some bread?	Is er nog brood?
	Where is the bread?	Waar is het brood?
	I would like some bread.	Ik wil graag wat brood.
	There is nothing on this table.	Er is niets op deze tafel.
	A table for one, please.	Een tafel voor één, alstublieft.