Nouns 414 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the injection	de inspuiting
	the contamination	de besmetting
	the rapture	de vervoering
	the saucer	het schoteltje
	the preposition	het voorzetsel
	mould infestation	schimmelaantasting
	candlesticks with red candles	kandelaars met rode kaarsen
	They gave us a set of towels.	Ze gaven ons een stel handdoeken.
	She had a peculiar fascination with old books.	Ze had een zonderlinge fascinatie voor oude boeken.
	The presidential candidate gave a speech to her supporters.	De presidentskandidaat hield een toespraak voor haar aanhangers.