Nouns 254 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the public holiday	de feestdag
	the bastard	de smeerlap
	the enemies	de vijanden
	the placemat	de placemat
	the steak	de biefstuk
	the advantage	het voordeel
	the exam	het tentamen
	that bastard	die smeerlap
	the tray	het dienblad
	a placemat	een placemat
	the warehouse	het magazijn
	a warehouse	een magazijn
	a steak	een biefstuk
	their final exam	hun laatste tentamen
	America has enemies.	Amerika heeft vijanden.
	A beard does not make a philosopher.	Een baard maakt je nog geen filosoof.
	The redevelopment is to the benefit of everyone.	De heraanleg is in het voordeel van iedereen.