Nouns 199 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the song	het lied
	whistle sound	fluittoon
	the beech	de beuk
	the disaster	de ramp
	the waiter	de ober
	the fog	de mist
	the speech	de rede
	the belt	de riem
	the deer	het hert
	a beech	een beuk
	a disaster	een ramp
	a waiter	een ober
	I fastened my belt.	Ik gespte mijn riem vast.
	The gamekeeper saw a deer in the forest.	De jachtopziener zag een hert in het bos.
	Don’t imagine such nonsense, and be grateful for all the good you have received.	Heb maar niet zoveel noten op je zang, en wees dankbaar voor al het goede, dat men je bewezen heeft