Nouns 104 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the oath	de eed
	the hood	de kap
	the rent	de huur
	the lamp	de lamp
	coat rack	kapstok
	the haze	de waas
	the coast	de kust
	the axe	de bijl
	the flame	de vlam
	torch	zaklamp
	rental price	huurprijs
	Take that box away!	Haal die doos weg!
	rental agreement	huurovereenkomst
	I take it apart.	Ik haal het uit elkaar.
	through a haze of rain	door een waas van regen
	I’ll get you some coffee.	Ik haal wat koffie voor je.
	He made a statue from wax.	Hij maakte een beeld van was.
	A candle is made of wax.	Een kaars is gemaakt van was.
	Why do you keep confusing them?	Waarom haal je ze telkens door elkaar?