"no" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I don’t eat meat and fish.	Ik eet geen vlees en vis.
	“What a terribly big duckling that is,” she thought; “None of the others looks like this.”	“Wat is dat een verschrikkelijk groot eendje,” dacht zij; “geen van de anderen ziet er zo uit.”
	They don’t have an apple.	Ze hebben geen appel.
	I don’t speak French	ik spreek geen Frans
	I don’t speak English.	Ik spreek geen Engels.
	This isn’t a hat.	Dit is geen hoed.
	There’s no proof.	Er is geen bewijs.
	no way	geen manier
	She doesn’t speak French.	Ze spreekt geen Frans.
	Don’t you want any orange juice?	Wil je geen sinaasappelsap?
	I don’t have a driver’s license.	Ik heb geen rijbewijs.
	I can’t speak Dutch.	Ik spreek geen Nederlands.
	Don’t worry.	Maak je geen zorgen.
	I don't take drugs.	Ik gebruik geen drugs.
	There isn’t any solution.	Er is geen oplossing.
	I am not a citizen of Japan.	Ik ben geen burger van Japan.
	No, it’s not a turkey.	Nee, het is geen kalkoen.
	I can’t drink wine anymore.	Ik kan geen wijn meer drinken.
	I don’t eat pork.	Ik eet geen varkensvlees.
	I have not received a card.	Ik heb geen kaart ontvangen.