Nature Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Sami ordered flowers.	Sami bestelde bloemen.
	This lake’s water is clean.	Het water van het meer is schoon.
	There are trees on either side of the river.	Er staan bomen aan beide kanten van de rivier.
	Why did Tom sell his farm?	Waarom heeft Tom zijn boerderij verkocht?
	Who did Tom sell his farm to?	Aan wie heeft Tom zijn boerderij verkocht?
	if only it could get the permit to lie in the reeds	als het maar de vergunning kon krijgen, om in het riet te liggen
	the straw	het stro
	straw hat	strohoed
	falling leaves	bladerval
	tree snake	boomslang
	the beach	het strand
	Is there warm water?	Is er warm water?
	Horses eat grass.	Paarden eten gras.
	country flowers	boerenbloemen
	the dark forest	het donkere bos
	The earth is smaller than the sun.	De aarde is kleiner dan de zon.
	When are we going to the beach?	Wanneer gaan we naar het strand?
	Splash, splash! the reed bent in every direction.	Plof, plof! het riet boog zich naar alle kanten heen.
	and along my father’s garden path I saw the tall trees standing	en langs het tuinpad van m’n vader zag ik de hoge bomen staan
	The gamekeeper takes care of the animals in the forest.	De jachtopziener zorgt voor de dieren in het bos.