Ik transpireerde onder mijn oksels.
Ik moet mijn boerderij verkopen.
Ik weet dat ik mijn Nederlands moet verbeteren.
Ik heb mijn portefeuille verloren.
Ik heb mijn bagage verloren.
Ik heb vijftig euro in mijn zak.
Ik heb op iets hards gelegen, zodat ik er over mijn hele lijf bont en blauw uitzie!
Ik heb één van mijn schoenen onder mijn bed gevonden, maar de andere kan ik niet vinden.
Ik wil mijn klanten niet verliezen.
Ik wil niet gedwongen worden om mijn webcam aan te zetten.
Ik geef niet om mijn toekomst.
Ik kan mijn bron niet onthullen.
Ik krijg mijn koptelefoon niet van mijn hoofd.
Ik kan mijn paraplu niet vinden.
hij zei dat ik niet mijn verantwoordelijkheid nam
Hij greep me bij mijn kraag.
Geef hun mijn nummer.
Geef me mijn ring terug.
Heeft u dit in mijn maat?
Kan ik mijn telefoon hier ergens opladen?