Understand spoken Dutch

"my" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Sort descending Status
Give me back my ring.

Geef me mijn ring terug.

Luckily, Tom isn’t my boss.

Gelukkig is Tom mijn baas niet.

Do you have this in my size?

Heeft u dit in mijn maat?

This isn’t my umbrella.

Het is niet mijn paraplu.

It is not my profession.

Het is niet mijn vak.

It was a tumor on the upper-left lobe of my lung.

Het was een tumor op de linker bovenkwab van mijn long.

He grabbed me by the collar.

Hij greep me bij mijn kraag.

he said I hadn’t taken my responsibility

hij zei dat ik niet mijn verantwoordelijkheid nam

What do you think of my chances?

Hoe schat je mijn kansen in?

I’m the champion of my province.

Ik ben de kampioen van mijn provincie.

I think this is my bicycle.

Ik denk dat dit mijn fiets is.

I try to swim a kilometer a day.

Ik doe mijn best een kilometer per dag te zwemmen.

I’m going to wash my hair today.

Ik ga vandaag mijn haar wassen.

I don’t care about my future.

Ik geef niet om mijn toekomst.

I found one of my shoes under my bed, but I can’t find the other one.

Ik heb één van mijn schoenen onder mijn bed gevonden, maar de andere kan ik niet vinden.

I have lost my luggage.

Ik heb mijn bagage verloren.

I have lost my wallet.

Ik heb mijn portefeuille verloren.

I have been lying on something hard, so that I look bruised all over my body!

Ik heb op iets hards gelegen, zodat ik er over mijn hele lijf bont en blauw uitzie!

I have fifty euros in my pocket.

Ik heb vijftig euro in mijn zak.

I can’t reveal my source.

Ik kan mijn bron niet onthullen.