Waar of niet waar?
Van mij zelf wil ik niet spreken.
Ik wil niet van mij zelf spreken.
Het is niet omdat je het kunt, dat het ook moet.
elke dag
te liggen
Wat een prachtige tuin.
Ik zou haar elke dag willen zien.
Daar moest de prinses nu de hele nacht op liggen.
het midden
deze keer
nog een keer
Nog een keer alstublieft.
Ik wil daar nog een keer heen.