Miscellaneous 21 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	five to four	vijf voor vier
	twenty five past two	vijf voor half drie
	twenty five past six	vijf voor half zeven
	Is he working now?	Werkt hij nu?
	Who works here?	Wie werkt hier?
	Where does he work?	Waar werkt hij?
	five to eight	vijf voor acht
	doing	aan het doen
	becoming	aan het worden
	What’re you doing now?	Wat ben je aan het doen?
	the food	het eten
	evening meal	avondeten
	to keep (long form)	te houden
	love (plural)	houden van
	The food is good.	Het eten is goed.
	The food is not good.	Het eten is niet goed.
	What time does it open?	Hoe laat gaat het open?
	It has been open for two years now.	Het is nu twee jaar open.
	He didn’t know how to behave himself.	Het wist zelf niet, hoe het zich zou houden.