Miscellaneous 13 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	some water	wat water
	many	heel wat
	very well	heel goed
	amongst others	o.a.
	the work	het werk
	at work	op het werk
	What is his job?	Wat is zijn werk?
	That was my job.	Dat was mijn werk.
	My work is going well.	Mijn werk gaat goed.
	Yanni has some work to do.	Yanni heeft wat werk te doen.
	They are not so good at their job.	Ze zijn niet zo goed in hun werk.
	are you?	ben je?
	Who are you?	Wie ben je?
	Where are you?	Waar ben je?
	Who are you with?	Met wie ben je?
	Can I?	Mag ik dat?
	I think so.	Ik denk het.
	Could I have some more?	Mag ik wat meer?
	I don’t think so.	Ik denk het niet.
	What did you think of the book?	Wat denk je van dit boek?