Miscellaneous 11 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Why now?	Waarom nu?
	And why not?	En waarom niet?
	Do you know why?	Weet je waarom?
	and you?	jij ook?
	you were	jij was
	you will	jij zal
	you are	jij bent
	you and me	jij en ik
	you have to	jij moet
	Why you?	Waarom jij?
	it is you	jij bent het
	we are	wij zijn
	we were	wij waren
	this book	dit boek
	a book	een boek
	the book	het boek
	we have	wij hebben
	We are here.	Wij zijn hier.
	That is a book.	Dat is een boek.
	I have a book.	Ik heb een boek.