Miscellaneous 11 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	we are	wij zijn
	we were	wij waren
	we have	wij hebben
	We are here.	Wij zijn hier.
	We are in the house.	Wij zijn in het huis.
	We have a house.	Wij hebben een huis.
	We have no water.	Wij hebben geen water.
	the book	het boek
	diary	dagboek
	a book	een boek
	this book	dit boek
	She didn’t go.	Ze ging niet.
	I have a book.	Ik heb een boek.
	That is a book.	Dat is een boek.
	the new book	het nieuwe boek
	Where is the book?	Waar is het boek?
	This is my book.	Dit is mijn boek.
	There is the book.	Daar is het boek.
	I don’t have a book.	Ik heb geen boek.
	Where is my book?	Waar is mijn boek?