Understand spoken Dutch

"long (long form)" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Sort descending Status
the tall woman

de lange vrouw

one of them fell down and formed a bright streak of fire.

één daarvan viel naar beneden en vormde een lange, vurige streek.

a long goose feather

een lange ganzenveer

a long nightgown

een lange nachtpon

a long history

een lange voorgeschiedenis

a long black snake

een lange, zwarte slang

and before he well knew how it had happened, he found himself in a large garden, in which fragrant elders bent their long green branches down to the water

en voordat het beest het recht wist, bevond het zich in een grote tuin, waarin de vlierbomen geurden en hun lange, groene takken tot in het water neerbogen

It’s a very long flight.

Het is een hele lange vlucht.

It was summer, the corn was ripe, the hay stood on the green pastures and the stork was walking on its long, red legs and talking Egyptian; because he had learned this language from his mother.

Het was zomer, het koren was rijp, het hooi stond op de groene weiden aan oppers, en de ooievaar liep op zijn lange, rode poten en praatte Egyptisch; want deze taal had hij van zijn moeder geleerd.

They uttered a strange noise, spread their beautiful, long wings and flew away from those cold regions to warmer countries

Zij lieten een eigenaardig geluid horen, spreidden hun prachtige, lange vleugels uit en trokken uit de koude streken naar warmere landen

They were bright white and had long, flexible necks: they were swans

Zij waren spierwit en hadden lange, buigzame halzen: het waren zwanen