Living room 1 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	The man next door lives alone.	De naast de deur woont alleen.
	He has a lot of books on history.	Hij heeft veel boeken over de geschiedenis.
	Go play in your room.	Ga in je kamer spelen.
	May I see the room first?	Mag ik de kamer eerst zien?
	to get straight to the point	met de deur in huis vallen
	cell door	celdeur
	the hidden door	de verborgen deur
	colour television	kleurentelevisie
	I am going to the library to read books.	Ik ga naar de bibliotheek om boeken te lezen.
	This library has a lot of books, and I read books.	Deze bibliotheek heeft veel boeken en ik lees boeken.
	the couch	de bank
	the fireplace	de haard
	court of law	rechtbank
	open fire	haardvuur
	the furniture	de meubels
	She sat on the bench.	Ze zat op de bank.
	I make furniture.	Ik maak meubels.
	We were sitting on the couch.	Wij zaten op de bank.
	to watch television	televisie kijken
	They sell furniture.	Ze verkopen meubels.