Ik zal wijn brengen.
Ik kom zo terug.
Ik ben zo terug.
Ik ben tegen negen uur terug.
Ik help je.
Ik zal het Tom morgen vragen.
Ik zou graag op een boerderij willen wonen.
Ik zou willen weten wat je van plan bent.
Ik wil een van deze kopen.
Ik zou wel willen Picasso zijn.
Ik zou wel een glas water willen.
had ik graag even de vacature met u doorgenomen via telefoon
Ik zou dankbaar zijn.
in het water moet het, al zou ik het er ook zelf induwen
Het was het enige ding dat ik kon doen.
Het is 10 jaar geleden dat ik schaak begon te spelen.
als ik daar heen zou gaan
Als ik bij de proeven veel lef moet tonen, zal dat moeilijk worden.
Als ik het geld had, zou ik een nieuw huis kopen.
Als ik dit dossier doorstuur, wordt het officieel.