"how" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	By the way, how old are you?	Trouwens, hoe oud ben je?
	What time do you start work?	Hoe laat begint u met werken?
	How is your hand, by the way?	Hoe gaat het trouwens met je hand?
	How do I get to the centre?	Hoe kom ik bij het centrum?
	The sooner the better.	Hoe eerder hoe beter.
	How do you like it?	Hoe bevalt het je?
	How’s the job?	Hoe bevalt je baan?
	How do you like this town?	Hoe bevalt deze stad u?
	because see how rich life is	want ziet, hoe rijk het leven is
	How do I get to the airport?	Hoe kom ik bij de luchthaven?
	How did it happen?	Hoe is dat gebeurd?
	What time is breakfast?	Hoe laat is het ontbijt?
	I still don’t know how that happened.	Ik weet nog steeds niet hoe dat is gebeurd.
	When is closing time?	Hoe laat is de sluitingstijd?
	How are things going?	Hoe gaan de zaken?
	How did she get involved?	Hoe raakte ze betrokken?
	How do you use this card?	Hoe gebruikt men die kaart?
	How large is your bedroom?	Hoe groot is je slaapkamer?
	How long do we have to wait here?	Hoe lang moeten we hier wachten?
	What’s your name? (formal)	Hoe heet u?