de kachel
De koelkast staat open.
de oven
de stofzuiger
de ventilator
de warme kachel
De wasmachine heeft verschillende programma’s.
een grote ijzeren kachel
Het brood zit in de oven.
Het scheen het kleine meisje werkelijk toe, alsof zij bij een grote, ijzeren kachel zat.
In de bijkeuken staat de wasmachine.
Je hebt het te vroeg uit de oven gehaald.
je verdwijnt evenals de warme kachel, evenals het heerlijke ganzengebraad en de grote, prachtige Kerstboom.
maar - daar ging het lichtje uit, de kachel verdween, zij hield slechts een klein stompje van het afgebrande lucifertje in de hand.
tijd voor een nieuwe verwarmingsketel
wekkerradio