heb
Wat heb je vandaag gedaan?
Ik heb veel slaap.
Heb je onze hulp nodig?
Hoeveel talen heb je geleerd?
Heb je nieuws van je broer?
Heb je knoflook gegeten?
Heb je rijst gegeten?
Aan wie heb je het boek gegeven?
Ik hoop dat ik je niet wakker heb gemaakt.
Heb je bonen?
Heb je Tom te pakken kunnen krijgen?
Heb je sigaretten?
Ben je niet in een warme kamer gekomen en heb je niet een gezelschap, waarvan je nog wat kunt leren?
Heb je een asbak?
Heb je bloemkool?
Heb je vegetarische schotels?
Heb maar niet zoveel noten op je zang, en wees dankbaar voor al het goede, dat men je bewezen heeft
Heb genade!
Heb je een vuurtje?