Een oplegger is een aanhangwagen, die geen eigen vooras heeft en waarvan dus een belangrijk deel van het gewicht op het trekkend voertuig (de trekker) rust.
Heeft u iets rustigers?
Tom heeft alle pizza’s betaald.
Deze wagen heeft een diesel motor.
Hij heeft een wet overtreden.
Yanni heeft meer monden te voeden nu.
Toms herstel heeft een jaar geduurd.
De school heeft een oppepper nodig.
Hij heeft veel zelfvertrouwen.
Heeft iemand je ooit verteld dat je snurkt als je slaapt?
Dit geneesmiddel heeft geen bijwerkingen.
Tom heeft al het sinaasappelsap opgedronken.
De menselijke geest heeft wonderlijke kronkels.
Hij heeft zich bekeerd en woont nu als pater in een abdij.
Tom heeft niets gemeenschappelijk met ons.
Nu nam de prins haar tot vrouw; want nu wist hij, dat hij een echte prinses bezat, en de erwt kwam in het kabinet van zeldzaamheden, waarin zij nog te zien is, als niemand haar ten minste gestolen heeft.
Dit papier heeft een zeer groot opslorpend vermogen.
Gert heeft die zakelijke kant altijd van zich afgeduwd.
Brazilië heeft zeventig minuten gebibberd tegen Kroatië.
Je vader heeft dit bij mij in bewaring gegeven voor zijn dood.