Gaat het goed met je?
Gaat hij naar de middelbare school?
Het is onmogelijk te voorspellen wat er gaat gebeuren.
Hoe gaat het met je vader?
Hoe gaat het met je?
Hoe gaat het?
Hoe laat gaat het dicht?
Hoe laat gaat het open?
Hoe lang gaat dat duren?
Hoeveel gaat het kosten?
Hoi, hoe gaat het?
Iedere tien minuten gaat er een bus.
Iedereen gaat.
Ik ben benieuwd wie er gaat winnen.
Ik vraag me af wie er gaat winnen.
In de staat van New York moet je een plan van onderwijs indienen, inclusief een lijst met schoolboeken die je gaat gebruiken.
Niemand gaat dit geloven.
Tom gaat geen nieuwe auto kopen.
Tom gaat morgen winkelen.
Tom gaat zijn huis verliezen.